In december 2019 is tijdens dit seminar gesproken over passende parkeernormen. De conclusie was dat we de beperktheid van parkeernormen los moeten laten en meer moeten denken in mobiliteitsnormen.
Bekijk hier het fotoverslag van het seminar Passende Parkeernormen
Tijdens het Seminar Passende Parkeernormen bespraken vier keynotesprekers het thema parkeren en gebiedsontwikkeling. De middag werd afgesloten met een discussie tussen de zaal en de verschillende panelleden op basis van verschillende stellingen. Een boeiende en inhoudelijke discussie volgde.
De keynotes werden verzorgd door Daan Zandbelt (Rijksadviseur voor de fysiele leefomgeving), Martien Das (Rijkswaterstaat), Giuliano Mingardo (Erasmus Universiteit) en Maaike de Wit (vastgoedadvocaat Straatman Koster).
Na de pauze werd gediscussieerd aan de hand van stellingen. Het panel bestond uit: Giuliano Mingardo (Erasmus Universiteit), Hans-Hugo Smit (BPD), Martien Das (Rijkswaterstaat), Maaike de Wit (Straatman Koster Advocaten) en dagvoorzitter Helma Born (programmadirecteur MCD). Bezoekers in de zaal mochten zich ook mengen in de discussie.
Daan Zandbelt tijdens zijn keynotesessie
Auto’s in de stad krijgen nog steeds te veel ruimte
De meeste bezoekers en de leden van het panel zijn het er over eens dat de auto te veel ruimte krijgt in de stad. Maaike de Wit reageert op de stelling: “Ik wil meer ruimte voor de fiets en het openbaar vervoer in de stad, in mijn geval Rotterdam. Het mag wel wat vriendelijker voor andere modaliteiten. In de regel hanteren we een te ruime parkeernorm.” Mingardo vult aan: “We hebben duidelijk te veel ruimte voor de auto’s, maar de trend is ook dat garages best veel leegstand kennen. We moeten beschikbare plaatsen beter benutten.” Niemand vindt blik op straat mooi. Maar als je kijkt wat voor ruimte in en om gebouwen er nog is, dan moeten we onbenutte ruimte beter benutten, zo klinkt het ook vanuit de zaal. “Je kunt auto’s uit het straatbeeld halen en laten parkeren bij kantoren en bedrijven. De buurt kan dan met veel groen heringericht worden.”
Het is mijn recht om mijn auto voor de deur te parkeren
Hans-Hugo Smit vindt deze stelling vooral achterhaald: “Das war einmal, dat moeten we nu niet meer willen. Het verschilt wel per doelgroep en locatie. Bij sommige projecten vinden we lage norm eng. Bij andere niet omdat de doelgroep niet perse een auto voor deur hoeft te hebben of omdat het ov in de buurt in orde is. Binckeiland in Den Haag is een voorbeeld van een nieuw gebied, met een lage parkeernorm. Dit terwijl de doelgroep vaak twee auto’s heeft. Daar zeggen we potentieel geïnteresseerden dus expliciet dat daar geen ruimte voor is.”
Mingardo voegt eraan toe: “We moeten proberen om niet te veel voor andere mensen denken. Mensen die in de mobiliteit werken, hebben een bepaalde mindset. Maar dat is niet altijd de realiteit. Er zijn nu eenmaal mensen die graag een auto voor de deur willen hebben. In sommige gevallen moeten we dit faciliteren, maar wel tegen de juiste vergoeding.”
We kunnen beter geen parkeernormen hebben
Het probleem met een parkeernorm is dat dit mede gebaseerd is op basis van het aantal auto’s in Nederland, zo stelt Mingardo. De Wit voegt eraan toe: “Je moet niet aan een jurist vragen om normen af te schaffen. Voor sommige buitengebieden zou het misschien kunnen, maar voor de meeste gebieden heb je het echt wel nodig.”
Er moet veel genuanceerder gepraat worden over de parkeernorm, aldus een bezoeker van het seminar. Smit: “Wat is de kwaliteit van een bepaald gebied, hoe is het openbaar vervoer, daar kun je vervolgens normen op inrichten. Kom met een mobiliteitsnorm en niet met een parkeernorm.” Gemeenten durven vaak niet met nieuw parkeerbeleid naar de raad, zo wordt opgemerkt. Dat ligt wel aan de samenstelling van de coalitie. In Utrecht is na twee coalities met GroenLinks veel veranderd, zo klinkt het. Een bezoeker uit de zaal merkt op dat we juist te veel nuanceren. “We moeten normen juist veel meer loslaten en stoppen met optimaliseren. Normen weg ten faveure van chaos. Pas dan gaan mensen out of the box denken.”
Gemeentelijk beleid
Martien Das: “Het is soms lastig omdat een parkeernota van een gemeente al jaren hetzelfde is, met verouderde parkeernormen. Daarnaast wordt er weinig geëvalueerd of parkeerplaatsen daadwerkelijk worden gebruikt. Zo blijven de Kencijfers van het CROW ook een beetje achterhaald.” Smit zegt: “Wat voor stad wil je zijn? Daar moet je vervolgens gemeentelijk beleid op inrichten.” Volgens Mingardo moet het sociale aspect in deze discussie niet vergeten worden. “Mensen met een laag inkomen geven geen geld uit aan deelmobiliteit. Die willen nou eenmaal de auto voor de deur hebben. Ook al blijkt uit onderzoek dat een deelauto goedkoper is dan een eigen auto.”